~

Hilde wordt gestoord van haar broertje

‘Het is voor Hilde niet makkelijk om een broer met autisme te hebben. Bijvoorbeeld als Freek onredelijk is, een driftbui heeft of dingen in zijn buurt kapot maakt. Dan kan het gebeuren dat ik het ongemak weg sus.’ Dat vertelt Ronald, vader van Hilde (15), Sjoerd (12) en Freek (9). ‘Word maar niet boos op Freek, heb ik mezelf wel eens horen zeggen. Het is zijn manier om te veel prikkels te verwerken. Vaak probeerde ik zo de lieve vrede te bewaren. Ik zat vooral niet te wachten op een escalatie van de onrust.'

Meisje baalt

Broer met autisme

Hoewel deze manier van handelen logisch kan lijken, is het voor niemand een oplossing. Hilde krijgt eigenlijk de boodschap mee dat Freek zijn gedrag acceptabel is en dat de anderen er goed aan doen zich aan hem aan te passen.

Geen peil op te trekken

Als ouders leer je Hilde en Sjoerd dat zij geen dingen van elkaar kapot maken. Ook op school en bij vrienden krijgen ze mee hoe met elkaar om te gaan in het sociale verkeer. Daar ga je met iemand in gesprek. En daar is het heel normaal om boos te worden als iemand iets van je kapot maakt. Moet je het dan van je broertje wel accepteren, alleen maar omdat hij autisme heeft?

Dit soort situaties kunnen ongewenste gevolgen hebben. Kinderen kunnen zichzelf gaan afzonderen als de spanning in huis oploopt. Het kan zijn dat ze niemand meer mee naar huis nemen na school. Want hoe zullen anderen over de situatie thuis denken? Hoe zullen ze oordelen over hun broer of zus en sterker nog: over hen zelf? Met het bereiken van de puberleeftijd komt vaak ook meer schaamtegevoel kijken. Een ‘rare’ broer of zus, maakt de wereld voor hen niet echt relaxter.

Hoe te handelen

De tip is om open naar elkaar te zijn. Al is iedere situatie thuis anders en ontwikkelt ieder kind zich anders, ga al vanaf jonge leeftijd met ze in gesprek. Geef ze het gevoel dat ze gehoord en gezien worden. Dat ze gelijk hebben als ze boos worden op het gedrag van hun broer of zus – dat dat ook mag. Natuurlijk moeten ze zich thuis vaak aanpassen, maar geef ze de ruimte om zich te uiten.

Zijn je kinderen nog te jong, dan kan jouw sorry om het gedrag van hun broer of zus al helpen. Of simpelweg een knuffel. Zijn ze ouder, praat dan met ze. En laat ze praten. Verdriet, boosheid en andere emoties die anders opgekropt worden, vinden zo hun weg naar buiten. Zo hou je de zaken klein en handelbaar.

Meer weten helpt

Soms kan je kind prima onder woorden brengen wat de stoornis van hun broer of zus inhoudt en wat voor gedrag er het gevolg van is. Dit kan helpen om er meer begrip voor te krijgen. Dat maakt het gedrag van hun broer of zus niet aanvaardbaar, maar het helpt wel in het vinden van een manier om ermee om te gaan. Ondanks de onzekerheden die er altijd blijven, zorgt dit ervoor dat ze zich makkelijker in de ander kunnen inleven. En dat biedt de ruimte om hun onderlinge band ook te laten groeien.

Kom je er met elkaar niet uit? Soms vinden kinderen steun bij vrienden of bij de ouders van die vrienden. Accepteer dat, gun dit ze en geef dat ook bij ze aan. Al kan het je verdrietig maken dat ze zich bij een ander uiten, ze hebben op dat moment in elk geval iemand bij wie ze hun ei kwijt kunnen.

Autisme treft niet alleen je kind, maar heel het gezin. In tal van cursussen kunnen broers en zussen ondersteuning krijgen. Bijvoorbeeld in de Brussencursus van MEE. Hier krijgen zij meer inzicht in het brein van iemand met autisme, leren ze het gedrag beter te begrijpen en ze krijgen handvatten hoe ermee om te gaan. Hoe kom je op voor jezelf, hoe bewaak je je eigen grenzen? Er is een cursus voor kinderen van 8 t/m 12 jaar (Speciaal voor mij) en een cursus voor jongeren van 13 t/m 16 jaar (Just for me).

Heb je als ouder behoefte aan lotgenotencontact? Kijk dan bijvoorbeeld eens op de website van de Nederlandse vereniging voor Autisme. Hier zijn verschillende mogelijkheden om elkaar te ontmoeten.

Meisje baalt

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Foto homepage
~