~

Passend onderwijs

Het mailtje kwam op woensdagmiddag binnen. De klas van Jongste zou de volgende dag in plaats van met de auto op de fiets naar de tentoonstelling gaan. Even ging er een siddering door me heen. Jongste op de fiets door de stad met een groep van 27 kinderen, een juf en drie ouders? Was dat een goed idee? Er stond ook in de mail dat kinderen die niet op de fiets konden in de bakfiets zouden kunnen van een moeder maar daar leek Jongste me iets te groot voor, er zou in ieder geval geen ander kind meer bij kunnen…

Passend onderwijs

Snel appte ik naar de juf. Bij Jongste gaan mijn alarmbellen snel rinkelen namelijk. Ik appte haar dat Jongste vaak te moe was om te trappen en wel degelijk verkeersinstructies nodig had. Maar het appje dat ik van de juf terugkreeg temperde gelijk mijn angst. Uiteraard had ze daar al rekening mee gehouden. Zij zou naast Jongste fietsen en hem door het verkeer loodsen, hoewel loodsen: het was slechts een rechte weg met veel stoplichten dus zo gevaarlijk was het niet!

Het appje was voor mij voldoende om een goed gevoel over de fietstocht te krijgen. En ik moet zeggen: weer een goed gevoel want zo gaat het inmiddels al vijf jaar op school van Jongste. Jongste krijgt daar namelijk Passend onderwijs zoals ieder kind daar Passend onderwijs krijgt. Of hoort te krijgen. Acht jaar geleden bedachten we al hoe we Jongste zijn schoolloopbaan wilden laten invullen. Beetje vroeg misschien, hij was pas twee, maar als je een kind met een beperking hebt moet je overal veel eerder mee beginnen en bij Downsyndroom moet je op iedere leeftijd flink nadenken over naar welk type onderwijs of dagopvang het kind zal gaan. We gingen ons dus maar eens oriënteren.

Prikkelen om te ontwikkelen

We waren er snel uit. We wilden dat Jongste gewoon mee zou doen met zijn leeftijdgenootjes uit de buurt waardoor hij positieve ervaringen zou gaan opdoen van dat hij er echt bij hoorde. Een inclusieve maatschappij, dat was onze droom en daarnaast wilden we Jongste zoveel mogelijk prikkelen om zich te ontwikkelen. Wij wisten nog niets van de ontwikkeling van een kind met Down maar de heren – en dames geleerden zeiden dat stimulering van het (jonge) kind het allerbelangrijkst was en dat zou het beste kunnen op regulier onderwijs. Ze zouden daar worden gestimuleerd in hun ontwikkeling, zowel door de gedragsvoorbeelden en de meer ontwikkelde taal van klasgenoten, als door de – over het algemeen – grotere nadruk op schoolse vaardigheden op een reguliere school.

Onze kinderarts zei het heel hard maar treffend: als je je kind met Downsyndroom op bed laat liggen vindt hij het prima maar dan zal hij zich niet ontwikkelen. Daag je hem uit dan haal je het beste uit hem en komt er uit wat er in zit. Met die adviezen in onze achterhoofden besloten we dat we met het oog op nu en later hem zoveel mogelijk wilden laten meedoen. En dan dus op een reguliere school in de wijk. Hoewel de helft van de kinderen met Downsyndroom inmiddels op een reguliere school zit, wisten we toen wel van ervaringen van andere ouders dat het allemaal niet vanzelfsprekend zou zijn voor Jongste.

Een warm welkom

Niets zou gewoon gaan. Ik maakte dus snel een actieplan. Toen Jongste twee jaar was zat ik dus al aan tafel bij de directeur van mijn droomschool. De Montessorischool in onze wijk. Na een aantal gesprekken kreeg ik de toezegging van de directeur dat Jongste daar mocht beginnen. Er zaten ook al twee andere kinderen met Downsyndroom op school dus dat gaf gelijk een goed gevoel. Jongste zou echt welkom zijn!

Na twee jaar wachten mocht Jongste beginnen. Hij trof in groep één een leerkracht die zoveel liefde in zich had dat ze de hele klas wel vol had kunnen hebben met Downkinderen. Al snel bleek Jongste een pienter knaapje te zijn en bleek hij cognitief goed mee te kunnen komen met de andere kinderen.

We zagen in de loop van de tijd dat het ook niet vanzelfsprekend was dat je als kind met Downsyndroom op de school van je keuze kon blijven. De twee andere kinderen met Downsyndroom moesten namelijk in de tussentijd helaas naar een andere school en dat maakte het voor ons ook erg onzeker en spannend. Want, vroegen we ons af, wanneer zou de school bij ons kind haar tax bereiken? Blijft school het nog wel steeds willen? En wat vinden andere ouders van ons kind? Zijn ze misschien bang dat ons kind alle tijd opsoupeert van de juffen?

Je eigen gevoel telt!

Al die gedachten en vragen hingen een tijd lang als een zwaard van Damocles boven onze hoofden. Daarnaast bleven we ons afvragen of Jongste gelukkig was op school. Want hoewel hij wel aansluiting heeft bij de leerlingen in zijn klas, heeft hij geen echte vrienden. De leerkrachten en het ondersteunend personeel dragen hem op handen. Iedereen kent hem en groet hem. Hij mag er zijn en is geliefd. Maar is dat voldoende voor een kind? Is dat voldoende voor hem? Voor ons?

Slechts één keer hebben we gedacht dat het niet meer ging en opperden we om hem van school te halen. We waren zo bang dat hij ongelukkig was. Het protest daartegen van de leerkrachten was echter zo hartverwarmend dat we het nog een kans gaven. En dat heeft heel erg geholpen. Vooralsnog is iedereen blij met de keuze die we in gezamenlijkheid heel bewust maken.

Binnenkort komt Minister Slob naar onze regio om ervaringen op te halen over het Passend Onderwijs. En ik ben dan wel niet één van de gesprekspartners maar ik zou de minister toch best eens willen spreken. Ik zou hem willen vertellen hoe het onderwijs, ondanks alle drempels en zorgen, toch passend werd voor mijn kinderen. Maar dat je daar wel een lange adem voor moet hebben. En vooral moet luisteren naar je hart. Als school en als ouder. Pas dan klopt het.

Reacties

Alle reacties lezen?

Log in en lees reacties van anderen. Stel vragen aan de redactie, geef likes en praat mee over de geschreven blogs en artikelen.

Heb je al een account? Inloggen

Meer Sophi?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Foto homepage
~