~

Het advies vanuit de dolfijntherapie is om te starten met paardrijden

Marion en haar man Jorgen zijn de trotse ouders van Noortje. Noortje heeft het Syndroom van Down. Sinds haar geboorte is hun leven 180 graden gedraaid. Stap voor stap hebben zij hier hun weg in gevonden.

Marion schrijft regelmatig voor Sophi over haar leven met Noortje. Deze keer gaat het over een gesprek tussen Marion en Noortje over de dolfijntherapie (waarvoor Noortje met haar ouders naar Curaçao ging) en het paardrijden in Nederland.

Noortje met pony

Vond ze het niet leuk?

Met enige heimwee zit ik de foto’s te bekijken. Noortje, die klaar is met het meezingen en dansen met kinderen voor kinderen, komt bij me zitten. “Wat ben je aan het doen mama?”

Geweldig hoe Noortje steeds vaker zelf het gesprek aangaat. “Mama kijkt de foto’s van de dolfijnen”, antwoord ik. "Leuk was het hè?"

“Ja, was leuk”, antwoord Noor. Het klinkt wat mat en ik kijk opzij. “Vond je het niet leuk?”

“Ja, superleuk”, antwoord ze.

De twijfel blijft doorklinken in haar stem en ik vraag haar wat ze er niet zo leuk aan vond. “Het hotel”, zegt ze. We zaten in een appartement en ik had niet de indruk dat ze het niet fijn vond daar. Eerlijk gezegd, het was een heerlijke plek. Terwijl ik een volgende vraag probeer te formuleren, komt ze zelf al met het antwoord: “Te lang”.

Ah, dat snap ik, normaal gaan we tien tot twaalf dagen op vakantie, nu waren we achttien nachten weggeweest. Ik zeg dat ik haar begrijp en nu we toch aan het evalueren zijn vraag ik haar wat ze van het vliegen vond. “Heeeel lang”, krijg ik als antwoord. Dat kan ik alleen maar beamen. Tien uur in een vliegtuig is niet niks. We hebben er overigens niets van gemerkt tijdens de reis en het verblijf. Ze heeft het in alle rust ondergaan, leek het. Ik had een afkruis-systeem gemaakt van het aantal nachten; ze wist dat we niet eerder terug konden, wat we met een autovakantie wél eens gedaan hebben. Waarschijnlijk heeft ze er daarom niets over gezegd. Best slim eigenlijk.

“Maar met de dolfijnen was het wel leuk?”, vraag ik voor de zekerheid. "Jaaa, superleuk!" Gelukkig maar, want dat is ook zeker terug te zien op de foto’s met haar stralende snoet.

Van dolfijnen naar paarden

In het eindrapport van de dolfijntherapie wordt het idee geopperd om met paardrijden te starten. Dit kan ook veel positieve effecten hebben op lichaamswaarneming en zelfstandigheid. Zeker gezien hoe goed Noor met de dolfijnen te werk ging, eindigt het verslag. Ik laat er geen gras over groeien en ga op zoek. Warempel vind ik binnen een straal van vijf kilometer een kleinschalig, lees prikkelarm, adres. Marleen werkt ook 1:1 met kinderen en heeft vier paarden. We maken telefonisch kennis en raken bijna niet uitgepraat. Ze snapt onze doelstellingen en werkt ook met paardencoaching. We maken een afspraak voor de week erop en nu maar hopen dat het met Noor ook klikt. Noortje is daarin heel zwart-wit. Of ze mag iemand (meestal) of ze mag iemand absoluut niet.

Die zaterdag stapt Noor zelfverzekerd het terrein op van Marleen. De klik is er gelijk en samen lopen ze een ronde langs de stallen en de paarden die in de wei staan. Het ziet er allemaal keurig uit. De weides liggen tegen een bosrand en behalve de vogels hoor je hier niets. Er staat een grote boom met een houten bankje eronder. Daar ga ik zitten. Het zonnetje schijnt en ik geniet.

Kennismaking met de paarden

Noor heeft het prima naar haar zin; ik kijk op een afstandje toe. Ze trekt gelijk naar ‘papa-paard’ zoals ze hem zelf noemt; de grootste van het viertal. Andersom lijkt het ook zo te zijn. ‘Papa-paard’ komt ook als eerste naar Noortje toe. Marleen kiest er echter voor te starten met de Shetland pony, 'Mini' genaamd. Noortje vindt het prima. Ze mag het roze halster omdoen en samen lopen ze een ronde over het terrein. Ze krijgt aanwijzingen die ze aandachtig aanhoort en oppakt. Ze kijkt net zo ontspannen en blij als bij de dolfijnen.

Weer thuis is Noortje helemaal enthousiast. Sterker nog, ze wil een eigen paard. We zitten in de tuin en Noor schets hoe het moet worden. “Mama, de trampoline en de klimtoren kunnen eruit en dan paardje daar”. Ze wijst naar de plek die dan vrijkomt. We hebben het hier over een stukje grond van ongeveer vier bij drie meter. Ik glimlach en leg uit dat een paard moet kunnen rondlopen, grazen in een wei en ook een binnenplek moet hebben om te slapen. Dat gaat niet lukken in onze tuin middenin een woonwijk. Ze snapt het.

“Volgende week dan weer naar paardje Mini”, bied ik aan als troost. “Ja, superleuk”, roept ze alweer enthousiast, terwijl ze me een knuffel geeft.

Ik ben nu al dankbaar en blij dat ik deze plek gevonden heb.

Reacties

Alle reacties lezen?

Log in en lees reacties van anderen. Stel vragen aan de redactie, geef likes en praat mee over de geschreven blogs en artikelen.

Heb je al een account? Inloggen

Meer Sophi?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Foto homepage
~