Log in of maak een account aan.
Persoonlijk blog / Karlijn Migo-Merx
'Kus, mam', zegt Lies als ik haar uit de bakfiets help en afzet voor het schoolplein van haar basisschool. Ik krijg een kus, een hele dikke knuffel en onze groet als afsluiter: een “boks-hand-schoen” (waar we elkaar achtereenvolgend een boks en een high-five geven en de neuzen van onze schoenen tegen elkaar tikken). Het teken voor Lies dat de schooldag gaat beginnen. Geen schooldag gaat voorbij zonder onze bokshandschoen.
Sinds een maandje of wat wil Lies alleen naar het schoolplein en haar klaslokaal lopen. Waar we haar de eerste vier jaar van haar basisschoolperiode echt nog moesten begeleiden met het naar binnen gaan, jas ophangen, tas uitpakken en de klas naar binnen lopen, wil onze jongedame het sinds kort dus zelf doen.
Lies wordt ouder en groter en begint steeds meer behoefte te krijgen aan autonomie. Op zich heel logisch voor een meisje van bijna tien. Al is het in het geval van Lies natuurlijk wel zo dat haar ontwikkelingsleeftijd achterloopt. Bovendien is onze dochter een behoorlijk ondernemende tante, die zomaar ineens een ander plan kan hebben en besluit om een andere route te pakken naar dat wat toevallig haar aandacht trekt. Niet heel goed voor je moederhart, zeg maar.
Toch proberen we haar steeds een beetje meer regie te geven. 'Kijken wat er wél kan' is eigenlijk altijd wel ons credo geweest. Bovendien heeft Lies een grote broer en zus waar ze de kunst van het eigenwijs zijn en zelfstandigheid goed bij af kan kijken, en vaak gewoon meedraait in de slipstream van ons gezin.
Dat laatste geeft thuis de laatste tijd best wat ingewikkelde situaties: waar Cato (15) en Ted (14) als pubers steeds meer hun vrijheid pakken en er meer en meer op uit trekken, zich terugtrekken op hun kamer en ‘s avonds met vrienden afspreken, wil Lies dat ook.
En dat kan niet altijd. Omdat broer en zus behoefte hebben aan hun privé-dingen zonder dat daar een klein zusje bij komt zitten, en gewoonweg omdat zij de leeftijd hebben en de verantwoordelijkheid aan kunnen. Iets wat voor Lies nog niet geldt en misschien ook wel nooit helemaal het geval zal zijn.
Dat geeft strijd en verdriet bij haar. Voor ons als ouders is het dan steeds afwegen: is dit nu de factor Downsyndroom die hier een rol speelt of is het omdat ze gewoonweg de jongste is? Een afweging die soms helderheid geeft in hoe we besluiten te handelen richting Lies, maar ons vaak ook geen oplossing biedt. En dat is dan maar zo.
Dan troosten we Lies, beamen we haar gevoel van verlangen en verdriet, en bieden haar nabijheid. Meestal is dat genoeg om haar weer 'okay' te laten voelen.
En toch doet het ook zeer, dit soort dingen. Juist dit soort situaties, waarin het balanceren is tussen haar de ruimte geven en haar de veiligheid bieden in situaties die ze zelf (nog) niet overziet, doen een appèl op mijn moederhart. Mijn moederhart dat in het ouderschap van Lies toch al heel wat keren is geraakt. Door hoe mensen kijken naar Lies en haar beoordelen op haar Downsyndroom in plaats van wie ze is als mens.
Door vragen te stellen als “wisten jullie het van te voren” of “daar heb je toch testen voor tegenwoordig, voor dat soort kinderen?”. Door te denken in beperkingen in plaats van in mogelijkheden. Waardoor er voor Lies deuren gesloten blijven die voor Cato en Ted per definitie openstaan. Dat doet wel wat met je als ouder. Het maakt eigenlijk dat je moet knokken voor haar bestaansrecht, voor haar recht op onderwijs en recht op gelijke kansen.
Tegelijkertijd realiseer ik me ook dat ik, ondanks dat ik angsten heb over hoe het met haar zal gaan, haar toch ook los moet gaan laten. Of beter gezegd: anders mag gaan vasthouden. Want gelukkig kan er een heleboel wel, meer dan wat er niet kan in ieder geval. Dat ik mijn angsten niet op haar projecteer, en haar de ruimte geef om zo zelfstandig mogelijk te worden. Haar zoveel mogelijk te laten worden wie ze is.
Dus als Lies dan op haar gemakje het schoolplein op loopt, nog even zwaait naar mij en haar klasgenootjes begroet, dan voelt dat iedere dag weer als een soort van overwinning. Een overwinning voor mijn mooie, dappere, eigenwijze, unieke dochter. En een overwinning voor mij als moeder. Want we hebben het toch maar mooi geflikt.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!