~

Noortje is verstandelijk zo'n 5 jaar, en toch zit ze in de puberteit

Marion en haar man Jorgen zijn de ouders van Noortje. Noortje (11) heeft het Syndroom van Down. Sinds haar geboorte is hun leven 180 graden gedraaid. Stap voor stap hebben zij hier hun weg in gevonden.

Marion schrijft regelmatig voor Sophi over haar leven met Noortje. Dit keer vertelt ze over de puberteit. Een ingewikkelde periode, zeker wanneer je verstandelijk zo'n 5 jaar oud bent en in een lichaam zit van een bijna 12-jarige.

Foto Marion

Noortje gaat voor me op de knieën. “Mama, wil je met me trouwen? Ik vind je de liefste van de hele wereld.”

Met die mooie blauwe, sterrenogen kijkt ze me aan. Ik smelt ter plekke. Er is ons verteld, door de ambulant begeleiding, altijd duidelijk tegen haar te zijn. Anders krijgt ze ‘verkeerde’ informatie in haar hoofdje, en die krijg je er heel moeilijk uit.

Ik vind het lastig haar teleur te stellen, maar vertel de waarheid. “Mama vindt je de liefste van de hele wereld; maar ik ben met papa getrouwd, dus het kan niet. Wij kunnen niet samen trouwen. Maar ik hoop dat jij ook een hele lieve, leuke jongen ontmoet, die misschien wel met jou wil trouwen”. “Of meisje” vult ze hoopvol aan. “Natuurlijk schat, een meisje kan ook” antwoord ik. “Maar wel allebei roze mama” zegt ze. We hebben inderdaad beide een roze truitje aan. Ze laat het hierbij.

Toeval of niet, de volgende dag in de taxibus uit school krijgt ze van een jongen een huwelijksaanzoek. De taxichauffeur vertelt het me. Noortje had geantwoord: "Nee, ik trouw al met mama." Enige herhaling is waarschijnlijk nog nodig, maar misschien groeit ze er ook ‘gewoon’ overheen en hoort het bij een ‘kleuterverliefdheid’. Als ze ouder wordt leert ze hopelijk wat hoort/ niet hoort met betrekking tot verliefdheid en trouwen.

Noortje is bijna 11 en ik lees met haar het boek Ongesteld! (van Anne Nales).

Dit boekje is speciaal gemaakt voor meisjes met een beperking en bevat veel plaatjes om het visueel te maken. Volgens de kinderarts, die ziet dat de borstontwikkeling net begint, hebben we nog anderhalf, twee jaar voor ze gaat menstrueren, maar aangezien de kracht bij kinderen met downsyndroom zit in het herhalen en ik niet wil dat ze zich helemaal een hoedje schrikt, mocht het onverwachts eerder komen, ben ik maar vast begonnen met voorlezen.

Noortje zegt dat ze het een mooi boekje vindt; nog niet beseffend wat haar te wachten staat. Persoonlijk vind ik het lastig. Voor een ‘gewone, reguliere’ puber is die tijd met alle lichamelijke veranderingen en ongemakken al ingewikkeld genoeg.

Noortje is verstandelijk 4-5 jaar, maar haar lichaam is wel bijna 12 jaar.

Ook de stemmingswisselingen, die er bij gaan horen, en het onafhankelijk willen worden, wat voor Noortje toch echt niet altijd kan, zie ik met enige zorg tegemoet. De eerste ‘pubersnauw’ in de ochtend, heb ik inmiddels ontvangen, dus ze gaat die fase wel in. We hebben geleerd de afgelopen twaalf jaar om niet te ver vooruit te kijken, en kleine stapjes te maken, dit maakt het voor ons als ouders en voor Noortje behapbaar; dus dat doen we nu ook maar.

Het is tijd voor zwemles. Iets wat ze heel graag doet. Het A-diploma lijkt, na ongeveer vijf jaar bezig te zijn, binnen handbereik. Noortje is inmiddels watervrij, dus ons doel is behaald, maar wat zou ik het haar gunnen een echt diploma te halen. Het eerste half uur krijgt Noortje 1:2 les samen met haar vriendje. Daarna oefent ze met papa nog een half uur. Niet omdat het moet, maar omdat beide daar ontzettend van genieten.

Zoals iedere week neemt papa haar mee naar het toilet bij de wisseling na 30 minuten. Het wil nog niet altijd goed gaan met de zindelijkheid. Ik zit te kijken aan de kant en Noortje heeft er duidelijk geen zin in. Ze wil terug het water in. Papa pakt haar stevig bij de hand en neemt haar mee. Ze foetert en sputtert, maar krijgt geen keus. Papa is sterker. Als ze eenmaal op het toilet zit, maakt ze van haar ene hand een telefoon, toetst met de andere hand een nummer in, en brengt hand één aan haar oor. Ze houdt een heel verhaal, en klinkt nog steeds boos, maar omdat ze zo snel praat is het niet goed te verstaan.

“Wie bel je?” vraagt papa. “De politie” is het geïrriteerde antwoord: “Om papa op te halen”.

Ze doet alsof ze ophangt en knalt haar hand tegen de muur. In de klimtoren thuis hangt een telefoon aan de wand, die je eraf kunt halen en terug kunt klikken. Ik denk dat ze die in gedachten heeft. Papa lacht en neemt haar gauw mee terug het water in. Bij het omkleden in het veel te kleine, benauwde omkleedhokje, waar we dicht op elkaar staan, zegt ze: “Papa is lief, ik hou van je papa”. “Dus papa hoeft niet mee met de politie”, helpt hij haar herinneren. Ze sputtert nog wat, maar papa mag blijven.

Reacties

Alle reacties lezen?

Log in en lees reacties van anderen. Stel vragen aan de redactie, geef likes en praat mee over de geschreven blogs en artikelen.

Heb je al een account? Inloggen

Meer Sophi?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Foto homepage
~