Log in of maak een account aan.
Marion en haar man Jorgen zijn de trotse ouders van Noortje. Noortje heeft het Syndroom van Down. Sinds haar geboorte is hun leven 180 graden gedraaid. Stap voor stap hebben zij hier hun weg in gevonden.
Marion schrijft regelmatig voor Sophi over haar leven met Noortje. Deze keer gaat het over hun zomervakantie, dat toch altijd weer een avontuur is.
Vakantie blijft ieder jaar een uitdaging, ook al gaat het steeds beter. Noortje vindt het fantastisch om te gaan, maar nog veel fijner om thuis te komen. Een afkruisschema, met hoeveel nachten we blijven, is daarom heel belangrijk. Dit jaar zijn we naar Oostenrijk geweest.
Noortje vond het een moeilijke naam om te onthouden; tegen mijn zus zei ze dat we naar Noorwegen gingen en op de BSO had ze het over Turkije. Ik schrijf het woord voor haar op en we oefenen een paar keer, waardoor het toch bij haar beklijft.
Autorijden heeft Noortje nooit erg gevonden, maar als we een uur onderweg zijn zegt ze: “Mama zijn we er al, ik zie de bergen.” Het is een brug waar we onderdoor rijden en daarnaast weet ze heel goed dat we de hele dag aan het rijden zijn, de grappenmaker.
Bij de grensovergang naar Oostenrijk staan douane beambte voor controle. Noor vindt di9t reuze interessant. Waar wij (volwassenen) meestal proberen met een neutrale blik en zo onopvallend mogelijk door te rijden, begint Noortje uitbundig te zwaaien en roept: “Politie, politie, ik zit hier!”. Mijn man en ik schieten in de lach en mogen snel door.
We worden vriendelijk ontvangen door de eigenaren van het appartementen complex, een Nederlands echtpaar. Ons appartement ligt op de eerste etage en we hebben een prachtig zonneterras. In de grote, gezamenlijke tuin, is een zwembad en Noor heeft gelijk zin in een duik. We hebben gekozen voor een appartement omdat we Noortje dan niet de hele tijd in de gaten hoeven te houden. Op een camping wil ze lekker rondlopen, wat begrijpelijk is, maar dan moet één van ons altijd mee. Echt afspraken maken over waar en hoever is nog niet betrouwbaar.
Het is ieder jaar zoeken tussen wat voor ons en ook voor haar leuk is. Na twee dagen acclimatiseren besluiten we met de stoeltjeslift naar het drielandenpunt (Oostenrijk, Italië, Slovenië) te gaan. Waar papa (met hoogtevrees) ietsjes bleek wegtrekt, zit Noor volop te genieten. Ze is echt nergens bang voor. Boven aangekomen genieten we van het uitzicht. De zon schijnt en het is super helder met een blauwe lucht. Het is prachtig. Het drielandenpunt zelf is twintig minuten lopen en halverwege is nog een berghut met horeca en speeltuintje om te pauzeren. Zou moeten lukken, denken wij en vertrekken vol goede moed.
Die moed zakt ons al gauw in de (berg)schoenen. Het eerste stukje gaat over kiezels en Noor glijdt soms weg. Het lopen, klimmen gaat moeizaam en door de verminderde spierspanning is het dalen echt lastig. Tips van ons hoe ze het beste kan manoeuvreren in de bergen, wil ze niet, dat levert een flinke ‘puber’ snauw op. Ik snap het ook wel, ze wil het zelf doen. Als drie (kleinere) kinderen haar voorbij lopen en nog eens omkijken hoe ze bezig is, is de maat voor Noor vol. Ze gilt naar de kinderen dat ze door moeten lopen en is zo super gefrustreerd wat in alle drie de landen duidelijk te horen is.
Met het zweet op onze rug komen we aan bij de berghut. Noor drinkt wat en gaat spelen in een speelhuisje, wat net in Slovenië staat. We kijken elkaar aan. Wat nu? Want wij willen toch graag verder. Ik zie senioren de berg afkomen met wandelstokken. Dat zou een oplossing kunnen zijn. Ik vraag in de hut of ze deze misschien te huur hebben, maar helaas. Dan bedenk ik me dat een stukje terug een kampvuur klaar lag, gemaakt door kinderen waarschijnlijk, en vraag mijn man of daar twee geschikte stokken tussen liggen, waardoor Noor steun krijgt. Dat is gelukkig het geval, en hij is zo handig er de juiste maat van te maken. Het werkt. Noor heeft grip en is trots op haar stokken. Het kost nog steeds best wat inspanning, maar het lukt. Ze spreek zichzelf bemoedigend toe: “Goed zo Noortje” en ook wij prijzen haar de hemel in. Zo bereiken we een half uurtje later het eindpunt en gooien het kleed uit om te picknicken en te genieten van de rust en het uitzicht.
De dag erna besluiten we te relaxen op de Faakersee, waar we een waterfiets huren met een glijbaan erop. We dobberen midden op het meer en Noor vindt de glijbaan fantastisch. Ze kan inmiddels goed zwemmen, maar heeft een zwemvest aan, gezien de diepte en de stroming. Ineens zwemt ze er vandoor, richting een klein, maar prachtig jachtschip. We roepen haar nog na, want we kennen haar goed genoeg om te weten wat ze van plan is. Als een gek trappen we met de waterfiets achter haar aan, maar we zijn te laat. Ze klimt het trapje op van het jacht.
Gelukkig is de meneer allervriendelijkst. Hij woont zelf aan het meer en biedt Noor wat te drinken aan. We maken een praatje, hij kent Linda de Mol en geniet zichtbaar van de onverwachte visite. Zijn vrouw kijkt iets minder blij, wat ik ook snap. We verstoren haar privacy. Noor voelt geen gène en wil het liefst het jacht vanbinnen bekijken, maar dan grijpen we in. Noor klimt weer op onze waterfiets.
Al met al was het een heerlijke vakantie. Saai is het nooit, helemaal uitgerust zijn we ook nooit, maar dat weten we inmiddels. We hebben genoten van de andere omgeving, het mooie weer en elkaar. Volgend jaar weer, misschien wel naar Noorwegen ;-)
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!