Log in of maak een account aan.
Marion en haar man Jorgen zijn de trotse ouders van Noortje (12). Noortje heeft het Syndroom van Down. Sinds haar geboorte is hun leven 180 graden gedraaid. Stap voor stap hebben zij hier hun weg in gevonden.
Marion schrijft regelmatig voor Sophi over haar leven met Noortje. Deze keer gaat het over de eerste week op het VSO (voortgezet speciaal onderwijs).
Noortje is dit jaar gestart op het VSO (voortgezet speciaal onderwijs). Het is dezelfde school, maar nu hoort ze dan echt bij de grote kinderen van twaalf tot ongeveer achttien jaar. Ze had er heel veel zin in. Ze kon eigenlijk al niet wachten na de doordraaiochtend, waarin de kinderen gaan kennismaken in hun nieuwe klas, net voor de zomervakantie.
Het liefst had ze de zomervakantie overgeslagen. Maar de tijd gaat snel en voor we het weten komt de nieuwe taxichauffeur kennismaken op de laatste vrijdag van de vakantie. Noor is er klaar voor.
We sturen foto’s van de vakantie naar de klas, zodat Noor houvast heeft bij het vertellen. Het visueel maken helpt haar erg goed, en ook het horen van de verhalen en het zien van de foto’s van de anderen kinderen vindt ze leuk. Het helpt haar dat ze al een aantal kinderen en ook één van de juffen kent.
Enthousiast komt ze die maandag dan ook thuis. In de 'pictogenda' schrijft de juf wat ze die dag gedaan hebben en zo neem ik met Noortje de dag door. Ik ben dankbaar dat haar juf belt hoe de eerste dag vanuit haar gezien is verlopen.
Door het taxivervoer zien we de juffen niet en ik was toch wel erg benieuwd. Ook haar juf is enthousiast hoe snel Noor het oppakt en meedraait. Ook hoe goed ze de communicatie opzoekt. Dit is echt zo verbeterd na de Dolfijntherapie op Curaçao, zowel thuis als op school. Daar zijn we nog steeds erg dankbaar voor.
Noor was in de vakantie moeilijker uit bed te porren nu de pubertijd is begonnen, maar school motiveert haar blijkbaar (nog) voldoende om snel in het ritme te komen.
De volgende ochtend zijn we dan ook vlot klaar met het ochtendritueel. De taxi komt pas over een kwartier, zie ik in de app van de vervoerder. Noortje staat voor het raam in de woonkamer te dansen op muziek vanaf haar Ipad, die op de vensterbank staat. Ik besluit mijn tanden te gaan poetsen en als ik een paar minuutjes later naar beneden ga, komt mijn man me tegemoet op de trap: “Waar is Noor?”, vraagt hij. “Die staat toch te dansen? Jij was toch in de keuken?”, zeg ik. Blijkbaar was hij even de schuur in gelopen om iets te pakken voor zijn werk. We trekken de voordeur open en rennen de straat op. We hebben dit vaker meegemaakt, maar het went nooit. Mijn hart bonst in mijn keel.
Ik loop terug naar binnen en zie dat ze haar vest niet heeft aantrokken, maar de rugzak is weg.
Dan krijgt mijn man een helder moment en kijkt in de vervoersapp. De deelnemer is zojuist ingestapt, meldt het scherm. Opgelucht halen we adem en ik zak op een stoel. De wasmachine draaide boven, dus ik heb haar niet weg horen gaan. We zijn zeker blij met zoveel zelfstandigheid, maar dan liever zonder hartverzakking. Als ik haar bij thuiskomst prijs om het initiatief, maar vraag om de volgende keer even naar boven te roepen, zegt ze wijs: “Ik wist niet dat jij was tanden poetsen”. En dat klopt, ik had het alleen tegen mijn man gezegd; we zijn inmiddels gewend elkaar op de hoogte te houden om wegloopgedrag te voorkomen. We leren er alledrie van. Lang leve de digitale wereld, die in dit geval zeer helpend was.
De volgende dag krijg ik een berichtje van de juf via 'Socialschools' dat ze een geschilderd houten kistje van een medeleerling kwijt waren in de klas. Noortjes juf had zo’n gevoel en jawel hoor, deze zat in de tas van Noortje. Dit gedrag ken ik helemaal niet van haar en in de middag ga ik het gesprek met haar aan. “Lieverd, had je een kistje in de tas gestopt die niet van jou was?” Ze biecht het zonder schroom op. Het was een erg mooi kistje, volgens Noor. “Maar je kan toch iets van iemand anders niet zomaar meenemen?” vraag ik. “Echt niet?” antwoordt Noor en ze klinkt werkelijk verbaasd. “Het mag niet en je maakt er geen vrienden mee. Als iemand jouw nieuwe rugzak meeneemt, zou je dat toch ook niet leuk vinden?”, geef ik als voorbeeld. Ze lijkt het te snappen. Hopelijk blijft het hierbij en wordt het geen drang naar kleptomanie ;-)
Als introductie zijn er donderdag en vrijdag spelletjes met een stormbaan. De kinderen maken zelf hapjes en versieringen voor een heus foodtruck festival. Kortom het is één groot feest om de klas en alle andere kinderen van het VSO goed te leren kennen. Noor lijkt het soms een beetje spannend te vinden, maar geniet ook van iedere minuut. Moe maar voldaan komt ze op vrijdag thuis.
In het VSO richt het onderwijs zich op zelfstandigheid en de toekomst. Met deze start zien we dat vol vertrouwen tegemoet.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!