~

De loyaliteitsconflicten van een zorgenmoeder

Esther is een actieve moeder van 38 jaar. In 2016 zijn Esther en haar man Ramon ouders geworden van hun zoon Teun. Hij bleek het Feingold Syndroom te hebben en sindsdien staat het leven van Esther in het teken van de zorg voor hem.

In haar blogs vertelt Esther meer over haar ervaringen als ouder van een zorgintensief kind. Dit keer gaat het over haar loyaliteit richting zorgverleners, de afhankelijkheid van hen en haar wens om toch ook kritisch te kunnen zijn als ze iets niet oké vindt.

Zorgenmoeder

Samenspel met de professional

Laatst nam ik deel aan een webinar met het onderwerp ‘Samenspel met de professional’. Het ging erover hoe je als zorgouder beter in gesprek kon gaan met zorgverleners. Het was superleuk opgezet met rollenspellen die gespeeld werden, waarbij je op een interactieve manier kon reageren.

Tijdens het webinar maakte ik kennis met het concept ‘driehoekskunde’ van orthopedagoog Chiel Egberts. Er is dus iemand die zich heeft gespecialiseerd in de dynamiek tussen patiënten, hun naasten en zorgprofessionals. En hier zelfs boeken over heeft geschreven en er lezingen over geeft.

Mijn leergierige geest werd geprikkeld en ik heb meteen alle boeken besteld die hij geschreven heeft. In zijn eerst verschenen boek ‘Ouders op hún plek’ praat hij onder meer over loyaliteit. Met name over hoe kinderen in loyaliteitsconflicten kunnen komen met hun ouders. En hoe zorgverleners hier, soms op een ongewenste manier, aan bijdragen.

Ik merk dat ik als zorgouder soms ook in een soort loyaliteitsconflict kom met een zorgverlener

Op de eerste plaats werd ik mij er ineens bewust van dat ik überhaupt gevoel van loyaliteit ervaar naar zorgverleners toe. Er zijn bij ons gezin veel zorgverleners betrokken. Van artsen tot pedagogisch medewerkers. Vaak zijn het zorgverleners die allemaal zeer gespecialiseerd zijn, niet zelden op academisch niveau. Bijvoorbeeld de kindernefroloog of de ergotherapeut. Maar ook de leerkrachten op het speciaal onderwijs zijn goed opgeleid.

Stuk voor stuk heb ik al deze zorgverleners hoog in het vaandel. Ik draag ze op handen. Zij hebben kennis en expertise die ik niet heb. Zij zijn degene waarvoor ik altijd zal applaudisseren. Zij zijn degene waar ik op vertrouw, en waar ik me veilig bij voel.

Maar bovenal voel ik altijd een ongekend gevoel van dankbaarheid

Dankbaar dat zij er zijn, dat zij ooit de keuze hebben gemaakt om voor een vak te leren waarmee ze ons als gezin verder kunnen helpen. Dankbaar dat al deze specialisten altijd alles op alles hebben gezet voor het bestaan van ons kind. En hem helpen om dit bestaan ook voort te zetten.

Mijn gevoel van dankbaarheid is soms zo groot, dat het me overspoelt. Het besef dat je in een afhankelijkheidspositie zit, en dat jij altijd degene bent die om iets vraagt, maakt dat mij soms wel eens het gevoel bekruipt om iets terug te willen doen. Maar het voelt alsof ik hen eigenlijk nooit kan evenaren.

Wat geef je aan diegene die het leven van je kind heeft gered? Wat zij voor ons betekenen, kan ik eigenlijk nooit in die omvang teruggeven.

Ik deel wel rijkelijk complimenten uit. Maar dat voelt eigenlijk altijd alsof ik hen alsnog tekort doe

En dus blijf ik maar zitten, in deze omvangrijke marinade van dankbaarheid.

Maar nou komt het. Want in het contact en samenwerking met al die verschrikkelijk lieve en fijne, onmisbare zorgverleners gaat er ook wel eens een keer iets mis. Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Medische fouten, of fouten in professionaliteit, maar vooral ook vaak fouten in de communicatie, of in de bejegening.

Soms grote fouten, soms kleine irritatiefactortjes. Tja, het zijn geen robots! Fouten maken is menselijk, maar vaak wel heel vervelend. Het zorgt voor krasjes in de relatie die je met zorgverleners hebt.

Tussen vertrouwen en wantrouwen kan soms een dunne grens lopen

Vooral als je bedenkt dat zorgouders vaker faalervaringen hebben dan succeservaringen. Dus dan is dat gevoel van vertrouwen, of hoe dit hersteld wordt na een fout, des te belangrijker.

En hier is dus waar mijn loyaliteitsconflict geboren wordt. Op het moment dat een zorgverlener die ik zo hoog in het vaandel heb, die ik vertrouw, waar ik me veilig bij voel, iets doet of zegt wat ik niet oké vind, dan voelt het alsof ik in een conflictsituatie kom met m’n beste vriend.

Niet dat ik zorgprofessionals als vrienden beschouw. Maar het gaat om het gevoel van onbehagen. Wat ik eigenlijk niet wil, want ik zat net zo lekker in mijn bad van dankbaarheid. Het zijn momenten dat ik me als zorgouder extra kwetsbaar voel, bovenop de kwetsbaarheid die ik sowieso al voel door de positie waarin ik verkeer.

Rationeel gezien kan ik best goed kritisch naar mensen zijn

Ook naar zorgverleners toe. Ik ben mondig genoeg. Ik weet wel hoe ik mijn mond moet opentrekken als het echt moet. In alle gevallen doe ik het ook zeker niet voor niks. En al helemaal niet voor mijn lol! Maar als het moet ben ik diegene die met de vuist op tafel slaat, en tegengas geeft.

Maar…. dat voelt dan soms zo ‘ondankbaar’. En daar schrik ik dan vervolgens van. Het is echt zo’n naar gevoel! Ik denk dat dat het conflict dan is. Zeker op momenten dat het om ogenschijnlijk kleine dingen gaat. Zoals bijvoorbeeld niet terugbellen wanneer dat wel beloofd was. Of aangeven geen tijd te hebben, terwijl je wel een afspraak had.

Het leven is dynamisch, zeker in de zorg. Dus ik snap dat mijn vragen kunnen wachten als er een spoedje tussendoor komt. Daar heb ik alle begrip voor. En toch, hoeveel begrip word ik geacht te hebben voor de problemen waar een zorgverlener tegenaan loopt? Soms heb ik ook echt mijn dag niet.

Ik leef vanuit mijn eigen perspectief, en ervaar dingen die een zorgverlener nooit zal ervaren

Zoals bijvoorbeeld het chronisch rouwproces waar je doorheen gaat op moment dat bij jouw kind alles anders gaat dan verwacht. Zoals Chiel Egberts het zo mooi verwoordt: het is een emotioneel mijnenveld. Dat is precies de beschrijving die de lading dekt als het gaat om het hebben van een zorgintensief kind.

Hij pleit voor een goede verbinding en samenwerking tussen zorgverlener, patient/client en naasten. En wanneer de naasten en de zorgverlener een goede basis vormen, een goede samenwerking met elkaar aan gaan, komt dat de gezondheid en welzijn van de client/patient ten goede. En dat is uiteindelijk het ultieme doel van alle betrokkenen.

It takes two to tango, en in dit geval zelfs drie partijen die een dans uitvoeren

Het valt niet altijd mee! Misschien moet ik gewoon nog wat extra danslessen nemen om te leren balanceren. Tussen mijn gevoel van loyaliteit naar zorgverleners toe, en mijn rol als ouder die opbouwende feedback kan geven.

Reacties

Alle reacties lezen?

Log in en lees reacties van anderen. Stel vragen aan de redactie, geef likes en praat mee over de geschreven blogs en artikelen.

Heb je al een account? Inloggen

Meer Sophi?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Foto homepage
~