Log in of maak een account aan.
Jeanine en Wilfred zijn ouders van Joas die het Syndroom van Down heeft, Jens, Juup, en Jilou. Ze wonen op de Veluwe en zijn een lekker druk, jong en hectisch gezin.
Laatst deelde Jeanine op haar Instagram dat twee kinderen bij vriendjes aan het spelen waren, haar dochtertje bij opa en oma was en Joas de middag doorbracht met zijn PGB-er. Toen reageerden er een aantal mensen met de vraag, waarom Joas niet bij vriendjes gaat spelen? Haar antwoord hierop lees je in dit blog.
Toen Joas nog op het reguliere onderwijs zat heeft hij een aantal speelafspraakjes gehad met kinderen uit zijn klas. Die kwamen dan bij ons thuis, af en toe ging Joas daarheen en samen vermaakten ze zich op de trampoline, deden ze simpele spelletjes of bouwden ze iets. Vooral met één meisje uit zijn klas had hij echt een mega leuke klik. Nog steeds als we haar tegenkomen knuffelen ze elkaar even. Maar ze speelden samen, vooral omdat zij dan het spel initieerde. En na een uurtje, hooguit anderhalf uur had Joas het wel gezien en eindigde het ermee dat het meisje met Jens en Juup aan het spelen was en Joas alleen.
Uiteraard kon ik enorm genieten van deze speelafspraakjes, want ik zag dat Joas ervan genoot. Al was het maar dat uurtje. Ook leerde hij hier natuurlijk heel veel van. Omgangsvormen, samen spelen, samenwerken, etc. Ik genoot vooral van het ‘normale’. De aandacht en vriendschap die hij kreeg op dat moment. Maar goed, het aantal speelafspraakjes dat hij heeft gehad in de zes jaar dat hij daar op school zat zijn op twee handen te tellen hoor.
Nu gaat Joas naar speciaal onderwijs en is het toch anders. Sowieso is het anders omdat hij het grootste gedeelte wordt gebracht en gehaald door de taxi. Dus er is weinig tot geen contact met de ouders onderling en zijn speelafspraakjes naar mijn idee echt schaars. Vanuit Joas krijg ik natuurlijk ook niet te horen of hij op school voorkeur heeft voor bepaalde kinderen, of hij echt vriendschappen opbouwt, of hij veel speelt met bepaalde kinderen uit de klas (gaan we straks natuurlijk wel vragen aan de juffen in de evaluatie gesprekken). Het is hierdoor gewoon anders.
Daarnaast weet je ook niet of de andere kinderen (en ouders) daarop zitten te wachten. Hoe de kinderen reageren bij iemand anders thuis. Alle kinderen daar hebben hun eigen extraatjes. Ik vind het persoonlijk ook lastig om Joas zo maar ergens te laten spelen. Wat als hij wegloopt? De boel op stelten zet of een ongelukje heeft?
Maar, de vragen over de speelafspraakjes van Joas hebben me wel aan het denken gezet. Misschien dat ik toch eens een balletje op ga gooien bij de juffen om te vragen wat zij zien in de klas. Ik zou het namelijk heel erg leuk vinden om eens een vriendje uit zijn klas bij ons thuis uit te nodigen.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!