Log in of maak een account aan.
Marion en haar man Jorgen zijn de trotse ouders van Noortje (11). Noortje heeft het Syndroom van Down. Sinds haar geboorte is hun leven 180 graden gedraaid. Stap voor stap hebben zij hier hun weg in gevonden.
Marion schrijft regelmatig voor Sophi over haar leven met Noortje. Deze keer gaat het over de bijzondere band met de taxichauffeur van Noortje.
Het is een drukke dinsdagochtend. Noortje heeft een studiedag, ik heb een paar uur gewerkt op de huisartsenpraktijk en ons nichtje is aan het oppassen. Noortje moet voor een oogtest naar het ziekenhuis vandaag en ik druppel haar, voorafgaand aan het onderzoek, altijd thuis.
We hebben goed geoefend met picto’s en Noortje werkt gelukkig goed mee. Met ons drieën rijden we naar het ziekenhuis. De oogtest verloopt soepel bij de optometrist, maar de oogarts wil zelf ook nog even kijken. Noortje heeft namelijk een beetje staar op haar ogen. Hier had ik haar niet op voorbereid, maar het is een aardige dokter en ze vindt het goed dat hij ook nog even kijkt.
We eten nadien een broodje kroket op de goede afloop. Het is erg druk in het restaurant en eerlijk gezegd ben ik blij als we thuis zijn. Ik werp voor het eerst sinds uren een blik op mijn telefoon en zie een berichtje van de moeder van een vriendin van Noortje. “Heb je al gehoord dat Clemy is overleden?” appt ze. Ik ben beduusd. Er schieten allerlei gedachten door mijn vermoeide hoofd: Clemy? Hoe dat dan? Zo’n twee weken terug stonden we nog samen te dollen op het schoolplein. Noortje kwam op me afgerend, ik spreid mijn armen zodat ze erin kan ‘vallen’, maar Clemy gaat snel voor me staan en neemt de knuffel van me over. We lachen alledrie en wensen elkaar een goed weekend. Springlevend was ie. Hij zag er goed uit, dacht ik nog bij mezelf. En nu is hij overleden na een kort ziekbed. Het raakt me.
Clemy is de eerste taxichauffeur van Noortje. Slapeloze nachten heb ik gehad, vier jaar geleden, toen Noortje voor het eerst met de taxi naar school ging. Nare verhalen had ik gelezen over pesten en chaos in de bus. Het bleek ongegrond in ons geval. Clemy kwam de laatste vrijdag van de zomervakantie kennis maken en het voelde gelijk goed. Hij nam Noortje mee naar de bus, zodat ze vast kon kijken. “Je bent de kleinste van het stel en mag bij mij voorin zitten” zei hij, alsof hij mijn zorgen aanvoelde. Na een paar dagen is Noortje al helemaal gewend en mag ik niet meer meelopen naar de bus. “Mama, jij hier wachten. Noortje gaat zelf.” Parmantig en trots, rugzak op, loopt ze zelf naar de taxibus. Ik sta bij de voordeur, zoals opgedragen, en wissel een blik van verstandhouding met Clemy, die me gelijk begrijpt. Noortje wil het zelf doen en met alle geduld en een vrolijke 'goedemorgen' houdt hij de deur voor haar open.
Clemy had een fijne, warme, positieve energie en de gave op een natuurlijke manier met deze jongeren om te gaan. Hij bewoog met ze mee, maar gaf wel zijn grens aan. Redelijk van slag zwaai ik ons nichtje uit en mijmer verder.
Noortje was de laatste in de taxirit op donderdag en als vanzelf dronk Clemy dan een kopje koffie mee. We kregen een band. Hij vertelde over zijn leven en vol trots over zijn kinderen en kleinkinderen. Clemy heeft me enorm geholpen met het uitgeven van mijn boek “Slow down”. Hij werkte vroeger in de uitgeverij branche en had nog veel connecties. Als dank wilde ik Clemy mijn boek overhandigen tijdens de boekpresentatie. Hij wilde er niets van weten, bescheiden als hij was. Ik kreeg het nummer van de burgemeester, “bel die maar, ze komt vast”. En zo geschiedde.
En nu is Clemy er niet meer. Ik merk dat de tranen inmiddels over mijn wangen biggelen. Ik besluit het Noortje de volgende dag pas te vertellen, zodat ze er niet mee naar bed gaat.
Onder het ontbijt vertel ik haar dat Clemy is overleden. Ik weet niet of het doordringt, want er komt weinig reactie. Ze kent de begrippen dood en overleden ook nog niet uit eigen ervaring. Ik vertel haar dat we in het weekend een tekening kunnen maken voor Clemy. Dat vindt ze een goed idee.
Die zaterdag fietsen we in de zon op de tandem naar Clemy’s huis. Daar aangekomen zegt ze ineens: “Clemy is overleed en bij de buren in de wolken”. Ik laat het even bezinken, want het woord buren snap ik niet helemaal, maar vindt het wel mooi gezegd. “Een sterretje aan de hemel kan ook” zeg ik, maar hoofdschuddend is Noor het er niet mee eens. “Nee, nee”, wijst ze me terecht, “op de wolken bij de buren”. Ze legt haar handen gevouwen in de nek en maakt een liggende bewegen. “Kijk zo”, doet ze voor. “Ah, Clemy ligt op een wolk naar ons te kijken” zeg ik. “Ja, precies” is haar antwoord. Dat je het maar even weet mama. Zo zit het in elkaar, straalt ze met zekerheid uit.
Ik vind het een mooi beeld. Hopelijk is hij 'daar' samen met zijn vrouw, die hem een paar jaar eerder is voorgegaan.
Weet dat we je enorm missen Clemy; je puurheid, enthousiasme en liefde. Je hebt veel voor ons betekend. Heb het goed samen op de wolk.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!